e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huiszwaluw oeverzwalm: oeverzwalm (Velden) huiszwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
huiveren razelen: razele (Velden, ... ), schuiven: schuuven (Velden) huiveren [SGV (1914)] || huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] || huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering schuivering: schuuvering (Velden) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
hul hul: hul (Velden) hul (kap) [SGV (1914)] III-1-3
hulst hulst: Veldens dialekt  huls (Velden) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
hurken op de hukjes gaan zitten: op de huukskes (goan) zitte (Velden) hurken [SGV (1914)] III-1-2
huurpenning meepenning: miêëpenning (Velden) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huurrijtuig -> koets (alg.) koets: koets (Velden) een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand zijn gang laten gaan gewhren (du.): gewĕre (Velden) betijen [SGV (1914)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen te lijk bidden: naaste buren  te liek bei-je (Velden), ter lijk bidden: naaste buren  ter liek bei-je (Velden) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2