e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
katapult katapult: kattepult (Velden) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] III-3-2
katholiek katholiek (<fr.): katholiek (Velden) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Velden) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauw dool: dèèlke, dölke, daol (Velden), dooltje: dèèlke, dölke, daol (Velden), kauw: kauw (Velden, ... ), kauwtje: kawke (Velden) Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)] || kauw || kauw (33 overal bekend; grijze nek en lichte ogen, rest zwart; broedt in gebouwen, schoorstenen en holle bomen; meestal in troepen; druk; roep [kja]; vaak tam gehouden [N 09 (1961)] III-4-1
kauwen kauwen: kauwen (Velden) kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)] III-2-3
kauwgum kauwgum: kauwgum (Velden) siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)] III-2-3
keel, strot strot: strö.t (Velden), ströt (Velden) strot [RND], [SGV (1914)] III-1-1
keelgat keelgat: keelgaat (Velden) keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)] III-1-1
keelpijn pijn in de hals: pi.n in dən hâ:ls (Velden) keelpijn [RND] III-1-2
keep amerikaanse vink: ammerekaanse vink (Velden) keep III-4-1