e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olie olie: o lang getrokken  ollie (Velden) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol oliebol: Syst. WBD  oöliebol (Velden), òòlieböl (Velden) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek oliekoek: Syst. WBD  oulikook (Velden), òàliekook (Velden) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Velden) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omheinen afmaken: āfmākǝ (Velden) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining van ijzeren spijlen omheining: ømhęi̯neŋ (Velden) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omhelzen omhelzen: umhelze (Velden) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
omhulsel van het teellid koker: kōkǝr (Velden) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omtrek, omvang omtrek: umtrek (Velden) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4
omwalde akker kamp: kamp (Velden), kā.mp (Velden) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8