20568 |
pruimen |
pruimen:
pro͂e͂me(n) (L268p Velden)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21354 |
pruis |
pruis:
prūūs (L268p Velden)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruisen:
prūūse (L268p Velden)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkelêr (L268p Velden)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
20578 |
pruttelen |
lurken:
lurke(n) (L268p Velden)
|
Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34513 |
pseudovogelpest |
vogelpest:
vogelpest (L268p Velden)
|
Pseudovogelpest, New-Castle ziekte is een virusziekte. Ademnood en zenuwstoornissen zijn de voornaamste kenmerken, ook verdwijnt de leg plotseling bijna helemaal. [N 19, 64]
I-12
|
20651 |
pudding |
pudding:
Syst. WBD
pudding (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pymstęjn (L268p Velden)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
puistjes:
puskes (L268p Velden)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34516 |
pullorum |
kalkschijt:
kalksxīt (L268p Velden)
|
Pullorum, een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door een bacterie. Witte diarree is een van de voornaamste kenmerken. [N 19, 64]
I-12
|