32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pønt (L268p Velden)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
25014 |
punt, stip |
punt:
punt (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)]
III-4-4
|
33635 |
putemmer |
putemmer:
pøteͅi̯mər (L268p Velden),
pøtɛmər (L268p Velden)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
putvork:
pøtvøͅrk (L268p Velden),
vork:
vork (L268p Velden)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
putstaak:
pøtstāk (L268p Velden)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
24227 |
putter |
putter:
putter (L268p Velden),
pötter (L268p Velden)
|
putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33623 |
putzwengel |
putwip:
pøtwep (L268p Velden),
wip:
wep (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
[N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
19079 |
raad |
raad:
road (L268p Velden)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
raodsel (L268p Velden, ...
L268p Velden),
rao‧dsel (L268p Velden),
rèùdselke (L268p Velden),
rèùtselke (L268p Velden),
rèù‧dselke (L268p Velden)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
glas:
glās (L268p Velden),
raam:
rām (L268p Velden),
venster:
venstǝr (L268p Velden)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|