e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrokken schrokken: schrokken (Velden) schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schub schub: ideosyncr.  schubbe (Velden), schubben (Velden) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: blûê (Velden) bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten schudden: Veldens dialekt  schudden (Velden) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuier klederborstel: kleierborstels (Velden), kleͅi̯ərboͅrstəl (Velden) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuifgrendel schoude: schaai (Velden, ... ), schuif: schuuf (Velden) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuilgaan van de maan gaat schuil: de maon geit schoel achter de wolke (Velden), kruipt in een zak: de maon krŭŭptin enne zak (Velden) baaien van de maan, in de betekenis van de maan gaat schuil in een wolk; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
schuimen schuimen: schoeme(n) (Velden) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4
schuimspaan schuimspaan: schumspaon (Velden) schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)] III-2-1
schuldig (zijn) schuldig (zijn): schuldig (Velden) schuldig [SGV (1914)] III-3-1