e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snotneus snotnaas: snotnaas (Velden), snotneus: snootnaas (Velden), snotneus (Velden), snôôtneus (Velden) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-2, III-1-4
snuit snoet: snōēt (Velden), ideosyncr.  snőe͂t (Velden), snuit: snōēt (Velden), snūt (Velden) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] || Snuit [SGV (1914)] I-12, III-1-1, III-4-2
snurken snurken: snörke (Velden) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soda soda: zōdā (Velden) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep soep: Syst. WBD  soep (Velden, ... ) Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soepketeltje mietje: mietje (Velden) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepterrine: soeptrien (Velden) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soepvlees soepenvlees: soepevleis (Velden) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
sok sok: ik loup aaltied op de zuk aas ik thoes bin (Velden), sok (Velden) Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || Sokken. Ik loop altijd op mijn sokken als ik thuis ben. Mijn vrouw breit er telkens weer nieuwe voeten aan. [DC 39 (1965)] III-1-3
soldaat soldaat: soldaot (Velden), səldo.t (Velden) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] || soldaat [RND] III-3-1