e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staart staart: start (Velden, ... ), staərt (Velden), stàrt (Velden, ... ), stárt (Velden), stáǝrt (Velden), stârt (Velden), stārt (Velden), stɛrt (Velden) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-4-2
staart van de standerdmolen kruistaart: kruistaart (Velden) De lange naar voren stekende balk aan de voorweeg van de standerdmolen, die schuin naar beneden loopt en waaraan trap en kruias bevestigd zijn; soms zijn er twee balken: de onderstaart en de bovenstaart. Zie ook afb. 21 en 85. [N O, 48a; Sche 19; monogr.; N O, 48b; N O, 48c; A 42A, 97 add.] II-3
staartkoord staarttouw: starttǫu̯w (Velden), stāǝrttǫu̯ (Velden) Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g] I-11
staartkwast poes: pē̜s (Velden), staartpoes: stārtpūǝs (Velden) Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114] I-11
stad stad: stad (Velden), stat (Velden) stad [RND], [SGV (1914)] III-3-1
stadsomroeper omroeper: umroeper (Velden) de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)] III-3-1
stal stal: stal (Velden) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stalband halsband: hals˱baŋk (Velden) Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b] I-10
stallantaarn stallucht: stallug (Velden) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
stallen stallen: stalle(n) (Velden), zetten: zette(n) (Velden) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] III-3-1