| 21423 |
veel geld waard |
veel geld waard:
vuul geld weird (L268p Velden)
|
veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)]
III-3-1
|
| 20497 |
veelvraat |
slokker:
slokker (L268p Velden)
|
veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 26703 |
veengrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond |
ven:
vęn (L268p Velden)
|
Een stuk grond waarop het mogelijk is een bepaald soort turf te steken. [I, 3; N 27, 4a; N 27,18a; S 39]
II-4
|
| 26722 |
veenkuil |
turfkuil:
tø̜rfkul (L268p Velden)
|
De veenkuil is de put of holte in het veen waar-uit turf wordt gegraven of gebaggerd. [II, 10; A 21, 19]
II-4
|
| 24262 |
veer |
veer:
vêre(n) (L268p Velden)
|
veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 21182 |
veerpont |
veer:
vêr (L268p Velden)
|
veer (overvaart) [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 33358 |
veevoerkookketel |
sopketel:
sǫpkɛi̯tǝl (L268p Velden)
|
De ketel waarin het voer voor het vee gekookt en gemengd wordt. In deze ketel wordt ook wel de was gekookt. Soms worden het voer voor de koeien en dat voor de varkens in dezelfde ketel bereid, meestal echter niet; zie het lemma "varkensketel" (2.2.11). De ketel kan apart, los zijn of (moderner) vast (als een ronde bak met een deksel en een aftapkraan) met een vuur verbonden zijn dat er onder brandt. Aan dit laatste doen vooral de benamingen stookketel, stoomketel en machinesketel denken. De inhoud is dan 100 liter of meer, de hoogte van het geheel ongeveer 150 cm en de doorsnede ruim 100 cm. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5 A, 35b; N 4, 57; monogr.]
I-6
|
| 19431 |
vegen, keren |
keren:
kaeren (L268p Velden)
|
Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 34244 |
vel op gekookte melk |
vel:
vɛl (L268p Velden)
|
Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b]
I-11
|
| 20943 |
vel op melk |
vel:
vel (L268p Velden)
|
velletje van melk [DC 39 (1965)]
III-2-3
|