22709 |
verschillende knikkerspelen |
perkje steken:
met de vinger alle knikkers in een kuiltje schieten
perkske steken (L268p Velden)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
34233 |
verse koe |
verse:
vǫrsǝ (L268p Velden),
verse koe:
vɛrsǝ ku (L268p Velden)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
spręi̯ǝ (L268p Velden)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
verstendig (L268p Velden)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
29112 |
verstellen |
uitstukkeren:
ūtstøkǝrǝ (L268p Velden)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergemuisje spelen:
bergemuuske speule (L268p Velden),
verbergemuisje spelen:
verbergemuuske (L268p Velden),
/
verbergemuuske (L268p Velden),
verstoppertje spelen:
/
versjtöpperke (L268p Velden)
|
Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || verstoppertje [SND (2006)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøk (L268p Velden),
verstøke (L268p Velden)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
21653 |
vervaldag |
zitdag:
zitdaag (L268p Velden)
|
betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
buskaartje (L268p Velden),
tramkaartje:
tramkaartje (L268p Velden),
treinkaartje:
treinkaartje (L268p Velden)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
stouke (L268p Velden)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|