e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vinden vinden: vinge (Velden) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vingers (Velden), viŋər (Velden) vinger [RND] || vingers [SGV (1914)] III-1-1
vingerhoed, maat van 1 centiliter vingerhoed: (vloeistof).  vingerhood (Velden) een maat die een inhoud aangeeft van 0,01 liter [vingerhoed] [N 91 (1982)] III-4-4
vingers (spotnamen) fikken: fikke (Velden), tien geboden: tien geboaje (Velden) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vink boekvink: bookvink (Velden, ... ), vink: vink (Velden) Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] || vink (15 overal bekend; man heeft roodachtige borst; witte strepen op vleugel en in staart; broedt in het hout; zeer veel op trek; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
viool viool: viūl (Velden) Het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp]. [N 90 (1982)] III-3-2
vis, algemeen vis: (vis) (Velden), vis (Velden), visse (Velden) visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
visaas aas: om te visschen  oas (Velden) aas [SGV (1914)] III-4-2
vishengel visgarde: visgêrd (Velden) hengel [SGV (1914)] III-3-2
vissen vissen: visse (Velden) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2