e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wieg wieg: wieg (Velden) Het rondsel bovenaan de koning, dat in het aswiel grijpt. Zie ook afb. 64.17 en 58. [N O, 50e; A 42A, 103; Sche 39; A 42A, 13; A 42A, 11; N O, 14a] II-3
wiel karrad: karrāt (Velden), rad: rā.t (Velden), rāt (Velden), meervoud  rāi̯.ǝr (Velden) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wielband band: bant (Velden), karband: kaǝrbaŋk (Velden) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wielewaal gulden wielewaal: golde wielewaal (Velden, ... ), golde wielwaal (Velden), wielewaal: wielewaal (Velden, ... ) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] || wielewaal || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wijden wijden: wieje (Velden) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wīēn (Velden) wijn [RND] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevevieger (Velden, ... ), Veldens dialekt  droevevieger (Velden) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)] I-7
wijsvinger wijsvinger: wiesvinger (Velden) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wild dekrijp: dɛkrīp (Velden) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11
wilde eend wilde eend: wild enk (Velden) eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1