34202 |
wormbulten |
horzelbulten:
hǫrzǝlbøltǝ (L268p Velden)
|
In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk geïnfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.]
I-11
|
21014 |
wormstekig |
wormstekig:
Veldens dialekt (waarschijnlijk ook: e = e van Adèle)
wormste͂kig (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
22430 |
worstelen |
worstelen:
woarstele (L268p Velden)
|
worstelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
20709 |
worstenbroodje |
saucijzenbroodje:
Syst. WBD
sesiezebreudje (L268p Velden),
worstenbroodje:
Syst. WBD
worstebruidje (L268p Velden)
|
Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
32970 |
wortel |
wortel:
wǫrtǝl (L268p Velden)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|
24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
wortel (L268p Velden),
Veldens dialekt
wortels (L268p Velden)
|
Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)]
III-4-3
|
24736 |
wortelhals |
wortelhals:
Veldens dialekt bij roos
wortelhals (L268p Velden)
|
De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20917 |
wrang |
wrang:
wrang (L268p Velden)
|
wrang [DC 26 (1954)]
III-2-3
|
18117 |
wrat |
wrat:
vrat (L268p Velden)
|
wrat [SGV (1914)]
III-1-2
|
17679 |
wreef |
vrei:
vrij (L268p Velden)
|
wreef [SGV (1914)]
III-1-1
|