e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidegom bruidegom: broedegom (Velden, ... ), broedegum (Velden) bruidegom [DC 05 (1937)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: en bruudje (Velden, ... ) Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] III-3-3
brulkoe brulse koe: brølsǝ ku (Velden) Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a] I-11
brullen brullen: brølǝ (Velden) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulziekte bruls zijn: (de koe is) brøls (Velden) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
bui, regenbui bui: buu (Velden), regenbui: rêgenbuu (Velden), schoer: (houdt verband met onweer).  ⁄n schoor (Velden) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] || regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
buik buik: buk (Velden) Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41] I-9
buik (spotnamen) pappens: pappens (Velden), tonnetje: tunneke (Velden) buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
buikkrampen koliek: kliǝk (Velden) Met krampen gepaard gaande darmstoornis die hevige pijn veroorzaakt bij dieren, in het bijzonder bij paarden. [A 48A, 5; N 8, 9Oo; monogr.] I-9
buikpijn buikpijn: boekpien (Velden) buikpijn [DC 27 (1955)] III-1-2