e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dubbel gezwad dobbel gezwaard: dǫbǝl [gezwaard] (Velden), dubbel gezwad: dø̜bǝl [gezwad] (Velden) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbeltje dubbeltje: dubbeltje (Velden) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif (alg.) duif: doef (Velden), dooͅeoͅf (Velden) Duif [SGV (1914)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2
duif, algemeen duif: dōēf (Velden) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duim duim: doem (Velden) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duim, maat van 2,5 cm duim: doem (Velden) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duin zandberg: zandberg (Velden) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duits duits: dūīts (Velden) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1
duivenhok duivenhok: duvehok (Velden), duiventil: (doeve) til (Velden), til: tel (Velden) (duiven)til [SGV (1914)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivin, vrouwelijke duif duif: doef (Velden) een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] III-4-1