33612 |
erwtenzetter, gereedschap om erwten te zetten |
erwtenpoter:
erte pöter (L268p Velden)
|
[N 18 (1962)]
I-7
|
24729 |
esdoorn |
es:
Veldens dialekt
es (L268p Velden)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
eite (L268p Velden, ...
L268p Velden),
éttə (L268p Velden)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
etensketeltje:
êeteskeêtelken (L268p Velden),
etensmietje:
êêtesmietje (L268p Velden)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
klatjes:
Syst. WBD
kletjes (L268p Velden),
orten:
Syst. WBD
orte (L268p Velden)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18047 |
etter |
materie:
meteerie (L268p Velden)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
effelaar:
efǝlē̜r (L268p Velden),
efǝlǝr (L268p Velden),
ęfǝlē̜r (L268p Velden),
tweehaam:
twiǝhām (L268p Velden),
warshout:
wē̜rshǫlt (L268p Velden)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
19423 |
fakkel |
fakkel:
fakkel (L268p Velden)
|
In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (L268p Velden)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24144 |
fazant |
fazant:
fezaan (L268p Velden, ...
L268p Velden),
korhaan:
kòrhaan (L268p Velden),
korhen:
kòrhen (L268p Velden)
|
fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|