e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden vrouwelijk varken gesneden zoog: gǝsnei̯ǝ zōx (Velden) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
gesp gespel: schōōn mity ènne hespel (Velden) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
gespeend veulen speenveulen: spinvø̄lǝ (Velden) Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b] I-9
getob; tobben gemartel: gemàrtel (Velden) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Velden) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getuuge (Velden) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigkast getuigkist: gǝtȳxkɛs (Velden) Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81] I-6
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  presòng (gevangenis) (Velden) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêve (Velden) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Velden) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1