22349 |
verstoppertje spelen |
vortstekertje spelen:
/
vortstèkerke (Q091p Veldwezelt),
6. vortstèkerke 7. repe 8. heenke/heenkerke
vortstèkerke (Q091p Veldwezelt)
|
/ [SND (2006)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kammezol (Q091p Veldwezelt)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
33756 |
veulen |
veulen:
vīǝ.lǝ (Q091p Veldwezelt)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəve:ərt (Q091p Veldwezelt)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffietijd:
koffitied (Q091p Veldwezelt)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
25354 |
vijl |
vijl:
vęjl (Q091p Veldwezelt)
|
De vijl waarmee men de onderrand van de krabber scherp maakt. [N 28, 123]
II-1
|
17768 |
vinger |
vinger:
veŋər (Q091p Veldwezelt)
|
vinger [RND]
III-1-1
|
17665 |
vingers (spotnamen) |
tengels:
tengels (Q091p Veldwezelt)
|
Spotbenamingen voor de vingers [N 109 (2001)]
III-1-1
|
24265 |
vink |
botvink:
bootvink (Q091p Veldwezelt),
vdBerg; omgesp.
bōtvēŋk (Q091p Veldwezelt)
|
vink || vink (15 overal bekend; man heeft roodachtige borst; witte strepen op vleugel en in staart; broedt in het hout; zeer veel op trek; kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22671 |
viool |
viool:
vioel (Q091p Veldwezelt)
|
het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp] [N 112 (2006)]
III-3-2
|