e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
evenaar, tweespanszwenghout warselen: wi̯ā.sǝlǝ (Veldwezelt) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
fanfare fanfare: fanfare (Veldwezelt) een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] III-3-2
fatsoenlijk fatsoenlijk: Das ⁄ne fatsoenlekə mins (Veldwezelt) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
fazant fazant: vdBerg; omgesp.  fəzānt (Veldwezelt) fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1
feest feest: fies (Veldwezelt) Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feesten feesten: fieste (Veldwezelt) een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren] [N 112 (2006)] III-3-2
fiets fiets: ənə fits (Veldwezelt) Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser (add.) wielrenner: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.  (wiel)renner (Veldwezelt) wielrenner III-3-1
fijt fijt: fīēt (Veldwezelt) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
flambouw flambouw (<fr.): ⁄n flambow (Veldwezelt) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3