e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaap schaap: sxōp (Velm), sxōǝp (Velm) Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12
schaapherder scheper: sxēǝpǝr (Velm) Herder die de schapen hoedt, al of niet in dienst van een baas. Het lemma ''schaapherder'' is reeds behandeld in wld I.6 (1.3.16). Onderstaande gegevens zijn een aanvulling daarop. [N 78, 1; JG 1a, 1b; N 19, L 292 add.; monogr.] I-12
schaapsruif schaapsreep: sxǭǝpsrīǝp (Velm) Het samenstel van latten, in schuine stand tegen de wand aangebracht, waaruit de schapen het hooi kunnen eten. Zie ook de toelichting bij de lemmata "ruif voor de koeien" (2.2.19) en "paarderuif" (2.3.2). [N 5A, 45b; R 14, 23n; monogr.] I-6
schaarde schaars: sxoəs (Velm) schaard, stukje uit den snijkant van een mes [ZND 06 (1924)] III-2-1
schaatsen bet de schrikschoen rijden: be de schrikschoen rije (Velm) Ik ga schaatsenrijden. [ZND 06 (1924)] III-3-2
schaduw, lommer lommer: lŏĕmmər (Velm) schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schafttijd vier uren: ver ūrə (Velm) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: ⁄t es ⁄n schaën (Velm) t Is een schande. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schede van de koe lijf: lē̜f (Velm) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheel scheel (bn.): scheeël (Velm) Hij ziet scheel. [ZND 06 (1924)] III-1-1