e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snede van het blad van de zeis snede: snęi̯ (Velm) De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.] I-3
snee brood snee brood: snee broeëd (Velm) een snede brood [ZND 06 (1924)] III-2-3
sneeuwen sneeuwen: snoë (Velm, ... ), snòwe (Velm, ... ), ət snāt (Velm) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] || sneeuwen [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: snaöe (Velm, ... ), snā (Velm), snàà (Velm) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] || sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snijtand voorste tand: veuste taaën (Velm) snijtanden [ZND 07 (1924)] III-1-1
snijwonde snee: snee (Velm) snede (insnijding) in de vinger [ZND 06 (1924)] III-1-2
snor moustache (fr.): moestāsj (Velm) Hij heeft nog geen snor (Fr. moustache). [ZND 07 (1924)] III-1-1
snotneus snotsnuit: wa⁄n snotsnaäet (Velm) Wat een snotneus! [ZND 07 (1924)] III-1-4
snuit snuit: snaat (Velm, ... ), snaöet (Velm), snaǝt (Velm), snāt (Velm) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]een lange neus [ZND 39 (1942)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9, III-1-1
sok voetsel: vötsəl (Velm) sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)] III-1-3