19772 |
tuin |
hof:
hoͅf (P174p Velm)
|
hof [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|
30191 |
tuinen |
hervitsen:
ɛrvetsǝ (P174p Velm)
|
Vlecht- en pleisterwerk herstellen of vernieuwen. Het lemma bevat algemene benamingen voor het herstelwerk aan vakwerk, maar ook termen die specifiek het repareren van het pleisterwerk ('bijplekken', 'bijklenen', 'plaasteren', etc.) of het aanbrengen van nieuw vlechtwerk ('hervitsen', 'opnieuw vitsen', etc.) aanduiden. Het woordtype 'tuinen' is ook in L 332, Q 28 en Q 98 bekend. Het wordt daar echter uitsluitend gebruikt voor het dichten van hagen of het afrasteren van weilanden. [N 4A, 53i]
II-9
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
keͅləvər (P174p Velm)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
boomkweker:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
byəmkwikər (P174p Velm)
|
[RND 08]
I-7
|
30188 |
tuinmuur |
vitsen muur:
vetsǝ mur (P174p Velm)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
18710 |
tuinwant |
doornhaas:
døna.əsə (P174p Velm)
|
wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34204 |
tussenklauwontsteking |
vlek:
vlęk (P174p Velm)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21618 |
twee centiem |
dubbele cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
nən doͅbələ seͅnt (P174p Velm)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21626 |
twee frank |
dobbele zilveren frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
nən doͅbələ zəlvərə frāŋ (P174p Velm)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede snede:
twedǝ snēi̯ (P174p Velm)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|