33140 |
wannen met de wanmolen |
duivelen:
dȳvǝlǝ (P174p Velm)
|
Het werken met de wanmolen. Zie voor de fonetische documentatie van [wannen] het lemma ''wannen met de wan'' (6.3.1) en zie ook de toelichting bij dat lemma. [N 14, 39; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
18268 |
want |
duimhaas:
dāma.əsə (P174p Velm)
|
wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19717 |
was |
was:
was (P174p Velm)
|
Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.]
II-6
|
34173 |
waterblaas |
waterblaas:
wętǝrbloǝs (P174p Velm)
|
De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a]
I-11
|
18302 |
waterdichte laars |
hoge bot:
uəgə boͅtə (P174p Velm)
|
laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26809 |
waterlossing |
sloot:
slut (P174p Velm),
zouw:
zā (P174p Velm),
zouwtje:
zākǝ (P174p Velm)
|
Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22]
II-4
|
33093 |
waterring van de mijt |
waterlaag:
wɛtǝrlǭx (P174p Velm)
|
Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
24398 |
waterspin |
schrijvertje:
niet helemaal hetzelfde als waterspin?
sxrɛivərkə (P174p Velm)
|
waterspin [N 26 (1964)]
III-4-2
|
21675 |
wbd: afzeggen |
tenietdoen:
ps. omgespeld volgens Frings.
tə nit dun (P174p Velm)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|