34001 |
inspannen |
inspannen:
ęnspanǝ (P174p Velm)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
18705 |
jacquetjak |
jacquet (<fr.):
ža.keͅt (P174p Velm)
|
jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
blazer (eng.):
blēzər (P174p Velm),
bloes:
blus (P174p Velm),
kazavek:
ka.zəveͅk (P174p Velm)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
žarteͅl (P174p Velm)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
ja.s (P174p Velm)
|
jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
completjas (<fr.):
kompleͅja.s (P174p Velm)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
paletotsvoordoek (<fr.):
paltousvörək (P174p Velm)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jenever:
djenével (P174p Velm)
|
jenever [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
24556 |
jeneverbes |
bosbeer:
boschbère (P174p Velm)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
18086 |
jicht |
jicht:
jècht (P174p Velm)
|
reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|