| 21914 |
jong dat pas kan vliegen |
vlugtig:
vløchtəch (P174p Velm)
|
Vlug jong. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
| 22027 |
jong dat pluimen begint te krijgen |
duivelshaar:
dyvəlzōər (P174p Velm),
gestoppeld (volt.deelw.):
gəstòpəlt (P174p Velm),
stoppelen:
stòpəls (P174p Velm)
|
Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
| 24175 |
jong en kaal vogeltje |
vogeltje:
mv.
veugelkes (P174p Velm, ...
P174p Velm)
|
vogeltje [ZND 04 (1924)]
III-4-1
|
| 34314 |
jong varken |
kurre:
kørǝ (P174p Velm)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
| 34551 |
jonge gans |
jonge gans:
juŋ gās (P174p Velm)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
| 18702 |
jongensblouse |
bloes:
blus (P174p Velm)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18707 |
jumper |
blazer (eng.):
blēzər (P174p Velm)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18192 |
jurk |
kleed:
kliət (P174p Velm),
kətānə klīt (P174p Velm)
|
Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 21912 |
kaal duivenjong |
kwakjong:
kwakjø̝ŋk (P174p Velm)
|
Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
| 20768 |
kaantjes |
kaaien:
kyən (P174p Velm),
kanen:
koëne (P174p Velm)
|
Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|