18346 |
lap op een schoen |
stuk:
stök (P174p Velm)
|
lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33384 |
latierboom |
batche (wa.):
bǫi̯ts (P174p Velm),
(mv)
batsǝ (P174p Velm)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
18356 |
lederen pantoffel |
leren slof:
lērə slufə (P174p Velm)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
ouderdom:
aderdom (P174p Velm),
àdərdóm (P174p Velm)
|
ouderdom [ZND 05 (1924)] || ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)]
III-2-2
|
30186 |
leemspecie |
leem:
lijǝm (P174p Velm)
|
Het mengsel van leem, koemest, strohaksel en in een aantal plaatsen ook varkens-, paarde-, of mensenhaar, waarmee het vlechtwerk wordt dichtgepleisterd. Zie voor het woorddeel 'kleen-' in het woordtype 'kleenleem' (Q 18) ook het lemma 'Bepleisteren'. [N 4A, 53c; N 31, 45c; div.]
II-9
|
22749 |
leeuw |
leeuw:
en liief (P174p Velm)
|
leeuw [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
20110 |
leeuwenbek |
leeuwenbekje:
-
lieve bekske (P174p Velm)
|
grote leeuwebek [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
34147 |
leiden |
dekken:
dękǝ (P174p Velm),
laten springen:
loǝtǝ sprɛŋǝ (P174p Velm),
naar de var gaan:
nār dǝ var gān (P174p Velm)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21376 |
leren |
leren:
dje het vandooëg het mieëste gelieërd en dje het brooëf geweeëst dje moogt vruger taöes gooën as d⁄aaënder (P174p Velm)
|
Gij hebt vandaag het meeste geleerd en ge zijt braaf geweest, gij moogt vroeger naar huis gaan als de andere. Gij: deze ganse zin staat in de tweede pers. enkelv. [ZND 04 (1924)]
III-3-1
|
18340 |
leren beenkap |
stramp:
strampə (P174p Velm)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|