34128 |
mager kalf |
mager kalf:
mau̯gǝr kalǝf (P174p Velm)
|
[N 3A, 147b]
I-11
|
34127 |
magere koe |
magere koe:
mau̯gǝr kā (P174p Velm)
|
[N 3A, 147a]
I-11
|
32984 |
mais |
korentje(s)tarwe:
kø̜rkǝtɛrǝf (P174p Velm),
maïs:
ma`is (P174p Velm)
|
Zea mays L. Hoogopschietende graansoort met bloeikolven. Vroeger (in Q 14 wordt gepreciseerd: "vóór 1915") alleen als kippevoer bekend; maar de laatste decennia hoe langer hoe meer geteeld als veevoeder. Maïs wordt tegenwoordig op rijen gezet met een afstand van ongeveer 50 cm. Turkentarwe (naar de vreemde herkomst) was de oude en vrij algemene Zuidnederlandse benaming die door het veel kortere maïs verdrongen werd. Het type korentjestarwe, lett. "korreltjes-tarwe", dial. ''kurkentarwe'', is wel een volksetymologie van turkentarwe; in de veelvuldig voorkomende doubletten verschilt alleen de eerste medeklinker. De Vorsense opgave pǝtruk komt uit het Waalse peûs d''trouc'' (pois de Turc), "erwt uit Turkije". Zie afbeelding 1, g.' [N P, 22; JG 1a, 1b; L lijst graangewassen, 4; monogr.; add. uit N 15, 1b]
I-4
|
26638 |
malooi |
malooi:
mǝloj (P174p Velm),
zak:
zak (P174p Velm)
|
De hoeveelheid graan die men naar de molen brengt en die groot genoeg is om er één of twee keer van te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmaalgoedɛ en ɛbakmeelɛ.' [JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2c; monogr.; N D, 33 add.]
II-3
|
20205 |
man |
man:
de man es aëd (P174p Velm),
man (P174p Velm, ...
P174p Velm,
P174p Velm)
|
man [RND], [RND] || Man. Die man is oud. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
18422 |
manchet |
manchet:
ma.ŋšeͅt (P174p Velm)
|
manchet, vaste mouwboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18700 |
manchetknoop |
manchettenknoop:
maŋšeͅtəknyəp (P174p Velm)
|
manchetknoopjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33768 |
manen |
manen:
mǭǝnǝ (P174p Velm)
|
Het lange nekhaar bij een paard. Paarden worden vaak onderscheiden naar de kleur van de manen (zie paragraaf 4.1). Zie afbeelding 2.13. [JG 1a, 1b; N 8, 21]
I-9
|
34051 |
mannelijk kalf |
varrenkalf:
vɛ̄rǝ[kalf] (P174p Velm)
|
[N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.]
I-11
|
34052 |
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen |
jonge stier:
juŋǝ stir (P174p Velm)
|
Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15]
I-11
|