e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

Gevonden: 1871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naafbus bus: bø̜s (Velm) De metalen bus in de naaf van het karwiel die om het uiteinde van de karas draait. Het plaatsen van de naafbus in de dom werd in Q 113 bussen (b0sd) genoemd. Dit werk werd doorgaans door de wagen- of radmaker gedaan. Zie ook afb. 214-215. [N G, 43b; N 17, 59; JG 1a; JG 1b; L 39, 22; monogr.] II-11
naakt moedernaaks: moeiërnoëks (Velm), naaks: noëks (Velm) Naakt, moedernaakt. [ZND 05 (1924)] III-1-3
naald naalde: noǝl (Velm) De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.] II-7
naar links prrr: pr̄ (Velm) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hut: hyi̯t (Velm) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nachtegaal nachtegaal: nachtegoël (Velm), nachtegôəl (Velm) nachtegaal [ZND 05 (1924)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
nachthemd hemdje: öməkə (Velm) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon robe (fr.): roubə (Velm) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren slaapkleren: slaəpkliər (Velm) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtmerrie nachtmaar: nachtmaër (Velm) Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)] III-1-2