31453 |
combinatietang |
combinatietang:
kǫmbināsitaŋ (L271p Venlo)
|
Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook het lemma ɛcombinatietangɛ in Wld II.11, pag. 94-95.' [N 53, 143]
II-12
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmūət (L271p Venlo),
kəmōt (L271p Venlo),
kəmūət (L271p Venlo),
Verklw. kemeudje
kemood (L271p Venlo)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
24020 |
communicantje |
communicant (<lat.):
kummuniekant (L271p Venlo)
|
Een communicantje. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23640 |
communie |
communie (<lat.):
kemmunie (L271p Venlo)
|
De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23651 |
communie-uitdeling |
communie (<lat.) uitdelen:
kemunie oetdeile (L271p Venlo)
|
Communie-uitdeling, communie-uitreiking buiten de mis (b.v. zondagmorgen een (half) uur vóór de vroegmis). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23418 |
communiebank |
communiebank:
communiebank (L271p Venlo),
kemuniebank (L271p Venlo)
|
De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24024 |
communiebruidje |
bruidje:
bruudje (L271p Venlo)
|
Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24021 |
communiefeest |
communiefeest:
kummuniefeest (L271p Venlo)
|
Het communiefeest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23902 |
communiejurkje |
communiekleed:
kummuniekleid (L271p Venlo)
|
Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23419 |
communiekleed |
communiedoek:
kemuniedook (L271p Venlo)
|
Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|