22876 |
doelman |
keeper (eng.):
keeper (L271p Venlo),
kieper (L271p Venlo)
|
Doelverdediger. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22872 |
doelpunt |
goal (eng.):
goal (L271p Venlo),
gool (L271p Venlo)
|
Doelpunt. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
21290 |
doen vechten |
ondereenmaken:
makt ... undərɛin (L271p Venlo),
op de kop zetten:
zo.t ... optə kop (L271p Venlo)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
25020 |
dof, gedempt van geluid |
dof:
dof (L271p Venlo),
dŏĕf (L271p Venlo),
hol:
haol (L271p Venlo)
|
niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24137 |
doffer, mannelijke duif |
doffer:
doffer (L271p Venlo),
dàòffər (L271p Venlo),
dòffer (L271p Venlo),
dôffer (L271p Venlo),
dôffər (L271p Venlo),
hoorn:
haore (L271p Venlo),
hoare (L271p Venlo)
|
duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] || mannetjesduif [SGV (1914)]
III-4-1
|
18153 |
dokteren |
dokteren:
doktere (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
dóktərə (L271p Venlo)
|
dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
31964 |
doldraaien |
niet pakken:
nēt pakǝ (L271p Venlo)
|
Gezegd van een schroef die doordraait in het hout zonder zich met de schroefdraad vast te hechten. Dit kan worden veroorzaakt door het feit dat de schroefdraad versleten is of omdat het schroefgat te wijd geworden is. [N 53, 153d]
II-12
|
24862 |
dolle kervel |
dolle kervel:
dǫlǝ kē̜rǝvǝl (L271p Venlo),
idem
dolle kervel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
peterselie:
idiosyncr. Additie bij vraag 16 (ingevuld voor L 269)
pieterselie (L271p Venlo)
|
Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] || dolle kervel (Chaerophyllum temulum L.) [DC 60a (1985)] || Scheerling, dolle kervel (chaerophyllum temulum 30 tot 120 cm groot. De stengels zijn aan de knopen verdikt en meestal rood gevlekt; de bladeren zijn dubbel geveerd, behaard, en de omwindseltjes hebben gewimperde blaadjes; de bloemen zijn wit; de vrucht [N 92 (1982)]
I-5, III-4-3
|
18983 |
dom |
dom:
dóm (L271p Venlo),
dul:
döl (L271p Venlo),
hollewolle:
höllewölle (L271p Venlo),
stom:
stóm (L271p Venlo)
|
een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] || niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23551 |
domine salvam fac reginam nostram |
domine salvum fac:
domine salvum fac (L271p Venlo)
|
Het gezang na de hoogmis voor de regerende vorst(in), in Nederland: "Domine, salvam fac Reginam nostram"; in België: "Domine, salvum fac Regem nostrum". [N 96B (1989)]
III-3-3
|