34541 |
een ei afpellen |
(de) schaal deraf doen:
dǝ sxāl drāf dōn (L271p Venlo),
schellen:
sxęlǝ (L271p Venlo),
sxɛlǝ (L271p Venlo)
|
Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b]
I-12
|
34534 |
een ei schouwen |
schouwen:
sxǫu̯ǝ (L271p Venlo)
|
Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56]
I-12
|
23950 |
een gelofte doen |
gelofte afleggen:
gelofte afleggen (L271p Venlo)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25600 |
een gleuf aanbrengen in het deegbrood |
knippen:
knepǝ (L271p Venlo)
|
Met de schaar of het mes een gleuf aanbrengen in het deegbrood. Volgens de informant van L 330 wordt dit "knippen" gedaan om het rijzen te bevorderen bij slechte deeg. [N 29, 44a]
II-1
|
31848 |
een groef schaven |
ploegen:
plōgǝ (L271p Venlo)
|
In het algemeen met behulp van een ploegschaaf groeven aan planken schaven. Zie ook het lemma ɛploegenɛ in wld II.9, pag. 158.' [N 53, 95; monogr.]
II-12
|
34523 |
een haan snijden |
kapuinen:
kǝpunǝ (L271p Venlo)
|
Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.]
I-12
|
20131 |
een hond vleien |
vleien:
vleien (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
19855 |
een huis huren |
huren:
heure (L271p Venlo),
heurə (L271p Venlo),
hø̄rə (L271p Venlo)
|
een huis huren [DC 35 (1963)] || huren [SGV (1914)]
III-2-1
|
30049 |
een huis uitzetten |
uitzetten:
ūt˲zętǝ (L271p Venlo)
|
De omtrek van een te bouwen huis met palen en planken uitzetten. [N 30, 24a; monogr.]
II-9
|
20508 |
een kater hebben |
een houteren kop hebben:
ənnə höltərə kòp hebbə (L271p Venlo),
een kater hebben:
dae haet eine kater (L271p Venlo),
ein kater hebbe (L271p Venlo),
ein kater höbbə (L271p Venlo),
énnə káátər hebbə (L271p Venlo),
énu kááter hébbe (L271p Venlo),
ənnə kààter hébbə (L271p Venlo)
|
kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)]
III-2-3
|