33641 |
erf en omliggende landerijen |
boerderij:
burdǝri (L271p Venlo)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
erfənis (L271p Venlo)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20300 |
erfgenaam |
erf:
erf (L271p Venlo),
erfgenaam:
erfgenaam (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24971 |
ergens, hier of daar |
ergend:
örgend (L271p Venlo),
ergens:
örges (L271p Venlo)
|
ergens || ergens, hier of daar
III-4-4
|
28681 |
ericaborstel |
ericaborstel:
ērikabø̜rstǝl (L271p Venlo)
|
Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.]
II-6
|
18837 |
ernstig |
echt:
ech (L271p Venlo),
ernstig:
ernstich (L271p Venlo),
menens:
meines (L271p Venlo),
meinəs (L271p Venlo),
serieus:
seerĭĕjəus (L271p Venlo),
serieus (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21744 |
ertussenuit knijpen (vgl. wbd) |
pleite (bw.?):
[of ww.?, RK]
pleite (L271p Venlo)
|
zonder verlof zijn post verlaten [poffen, op de pof gaan, op zijn smoel afkomen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrǝt (L271p Venlo)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
rend (L271p Venlo)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
24729 |
esdoorn |
es:
WLD
ès (L271p Venlo),
esdoorn:
WLD
èsdórə (L271p Venlo),
gele regen:
-
gaelen raegen (L271p Venlo)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] || gewone esdoorn [DC 69 (1994)]
III-4-3
|