34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bø̜rx (L271p Venlo),
gesneden beer:
gǝsnei̯ǝn bīr (L271p Venlo)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
18254 |
gesp |
gespel:
gaspel (L271p Venlo),
gespel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gèspel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gɛspǝl (L271p Venlo),
schoon mit ein gesepel (L271p Venlo),
(Zie ook afb. p. 135).
gèspel (L271p Venlo),
klamp:
Van Dale: klamp.
klamp (L271p Venlo),
snal:
snal (L271p Venlo),
snal (<du.):
snal (L271p Venlo)
|
de gesp aan de broek [N 59 (1973)] || Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp || gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || gesp als sluiting || rijgveter || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
II-7, III-1-3
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
stamper:
stampǝr (L271p Venlo)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
front:
frónt (L271p Venlo),
frontje:
frontje (L271p Venlo),
fròntje (L271p Venlo)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23515 |
gestichte mis |
gestichte mis:
gestichde mis (L271p Venlo)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18543 |
gestreepte broek |
fantasieboks:
fantasie boks (L271p Venlo),
fantasie-bôks (L271p Venlo),
(Zie ook afb. p. 123).
fantesiebóks (L271p Venlo),
streepjesboks:
striepkesboks (L271p Venlo),
striepkesbóks (L271p Venlo),
strepen boks:
Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
striepebôks (L271p Venlo)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] || streepjesbroek behorend bij frakjas
III-1-3
|
18519 |
getailleerd colbert |
korsettenlijfje (<fr.):
ein korsette liêfke (L271p Venlo)
|
een getailleerd colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18559 |
getailleerde jas |
geklede jas:
de gekleide jas (L271p Venlo)
|
geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22404 |
getalzijde van een geldstuk |
munt:
munt (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
mønt (L271p Venlo)
|
De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18828 |
getob; tobben |
gedoens:
gedeuns (L271p Venlo),
gemartel:
gemertel (L271p Venlo),
gesukkel:
gəsukkəl (L271p Venlo),
zaniken om wat klaar te krijgen:
sanikke um wat klaor te kriege (L271p Venlo)
|
gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|