25055 |
armvol |
armvol:
einen ellever hui-j (L271p Venlo),
en ermvol höj (L271p Venlo),
ennen elver hui (L271p Venlo),
ennen ermvol hui (L271p Venlo),
ennen ervel hui (L271p Venlo),
ennen ervel huij (L271p Venlo),
ennen ervel höj (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
ervel (L271p Venlo),
unnen ermvol huij (L271p Venlo),
èrmvól (L271p Venlo),
ɛlvǝr (L271p Venlo),
ɛrvǝl (L271p Venlo),
ɛrǝmvǫl (L271p Venlo),
bos:
bus (L271p Venlo),
ennen boes (L271p Venlo),
handvol:
en hampel hui (L271p Venlo),
hampǝl (L271p Venlo)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
21570 |
arresteren |
arresteren (<fr.):
àresteerə (L271p Venlo),
oppakken:
oppakke (L271p Venlo)
|
iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32672 |
asblok |
aslade:
aslāi̯ (L271p Venlo)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
30553 |
asfaltpapier |
vorstwerende laag:
vǫrswē̜rǝndǝ lāx (L271p Venlo)
|
Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.]
II-9
|
23780 |
askruisje |
assekruisje:
assekruitske (L271p Venlo)
|
Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
33277 |
asperge |
sperge:
spɛriǝ (L271p Venlo),
spɛrjǝ (L271p Venlo),
sperje:
sperjus (L271p Venlo)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] || asperge
I-5, I-7
|
23603 |
asperges me |
asperges:
aspersjes (L271p Venlo)
|
Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
(o; bijna oo).
aschgonsdaag (L271p Venlo),
aswoensdag:
aswoensdaag (L271p Venlo)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)] || Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21904 |
atelier |
atelier (fr.):
átəljee (L271p Venlo),
fabriek:
fabriek (L271p Venlo),
febriek (L271p Venlo),
werkplaats:
werkplaats (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
wérkplááts (L271p Venlo)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33499 |
augurk |
augurkje:
WLD
ougurkskəs (L271p Venlo),
bom:
dikke zaadaugurk
bóm (L271p Venlo),
gurk:
joerk (L271p Venlo),
komkommer:
WLD
kômkômmer (L271p Venlo),
komkommertje:
kumkummerkes (L271p Venlo),
kómkummerke (L271p Venlo),
WLD
kòmkòmmərkəs (L271p Venlo),
uitje:
kleinste soort augurken
aatje (L271p Venlo),
zaadkomkommer:
zaodkómkómmer (L271p Venlo)
|
augurk || augurk, soort || Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|