28682 |
kolbtoestel |
kolb:
kǫlp (L271p Venlo)
|
Apparaat om de honing in de raat los te maken, voordat men gaat slingeren. Het is zwaarder dan de ericaborstel, de pennen ervan zijn steviger en er wordt vlugger mee gewerkt. Ook dit toestel wordt voor gebruik verhit in warm water. [N 63, 125b; N 63, 125a; monogr.]
II-6
|
33888 |
kolder |
kolderig:
kø̜̃ldǝrex (L271p Venlo)
|
Kolder (< lat. cholera) is een slepende, ongeneeslijke hersenaandoening, die aanleiding geeft tot stoornissen in de beweging en de bloedsomloop. De uiterlijke verschijnselen zijn: onhandelbaarheid, niet willen werken, een sufferig uiterlijk, het hoofd laag houden en de oren laten hangen, evenals een waggelende gang. Deze vorm van aandoening wordt stille kolder genoemd. Bij verergering van de ziekte wordt het paard wild, draait in het rond en slaat op hol. Dan spreekt men van razende kolder. [A 48A, 37; N 8, 90p; monogr.]
I-9
|
19636 |
kolengruis |
kolengruis:
koalegruus (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u het gruis van kolen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19634 |
kolenschop |
kolenschup:
koalenschöp (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u het werktuig om kolen enz. langs het keldergat in te doen (breed en aan een zijde afgerond)? (schop, troefel, kolenschup) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19467 |
kolenslik |
schlamm (d.):
slam (L271p Venlo)
|
brandstofbrij van kolengruis en water
III-2-1
|
33026 |
kolven afstropen |
afdoen:
āf˱dōn (L271p Venlo)
|
De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22]
I-4
|
19615 |
kom |
komp:
komp (L271p Venlo),
Verklw. kumpke
kómp (L271p Venlo)
|
kom [SGV (1914)]
III-2-1
|
17813 |
komen |
komen:
komme (L271p Venlo),
komə (L271p Venlo)
|
komen [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|
22540 |
komen kijken naar de slacht |
op kruipuit gaan:
op kerboet gaon (L271p Venlo)
|
Het gebruik om te komen kijken naar de slacht. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22607 |
komen kijken naar de slacht: vgl. op de borrel gaan (wld ii.2, pag. 10) |
naar het varken komen kijken:
nao ut verke komme kieke (L271p Venlo)
|
het komen kijken naar de slacht [VC 26 (1961)]
III-3-2
|