18927 |
proberen |
proberen:
perbere (L271p Venlo),
perbére (L271p Venlo),
probere (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
prəbeerə (L271p Venlo)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] || proberen || proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
21722 |
proces |
proces (<lat.):
prosés (L271p Venlo),
rechtzitting:
règtszitting (L271p Venlo)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
baaltje:
baaltje (L271p Venlo),
proces-verbaal:
proosèsvərbáál (L271p Venlo),
verbaal (<fr.):
verbaal (L271p Venlo)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] || iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
pesessie (L271p Venlo),
processie (L271p Venlo)
|
De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)] || processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
keuren:
keure (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
proeven:
preuve (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
preuvə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
23930 |
profeet |
profeet:
profieët (L271p Venlo)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32107 |
profielschaaf |
profielschaaf:
profilsxāf (L271p Venlo)
|
Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.]
II-12
|
32108 |
profielschaafbeitel |
profielbeitel:
profilbęjtǝl (L271p Venlo)
|
De schaafbeitel van een profielschaaf. [N 53, 55c]
II-12
|
31890 |
profielschuurblok |
profielschuurblokje:
profilsxōrblø̜kskǝ (L271p Venlo)
|
Een schuurblok dat voorzien is van een contraprofiel, zodat er profielen en profiellijsten mee geschuurd kunnen worden. Zie ook afb. 61. [N 53, 148c]
II-12
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
proffitére (L271p Venlo),
profitere (L271p Venlo),
prófĭĕteerə (L271p Venlo)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|