28960 |
rugsuçon |
rugsuçon:
røxsǝson (L271p Venlo)
|
Volgens de informant van L 271 loopt deze suçon vanaf de schoudernaad voor welving over het schouderblad. [N 59, 94e]
II-7
|
29074 |
rugvoeringplooi |
rugplooi:
rø̜kpluj (L271p Venlo)
|
Plooi in de voering in de middenrugnaad. [N 59, 119]
II-7
|
21936 |
ruien |
in de rui (zijn):
in de rui zīēn (L271p Venlo)
|
veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)]
III-4-1
|
32578 |
ruige mest |
vers mest:
vɛrs [mest] (L271p Venlo)
|
Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.]
I-1
|
17737 |
ruiken |
ruiken:
ruke (L271p Venlo),
ruuke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
rūūke (L271p Venlo)
|
ruiken [DC 53 (1978)]
III-1-1
|
22380 |
ruilen (als spel) |
koetelen:
kaetele (L271p Venlo),
koetele (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
koètele (L271p Venlo),
ruilen:
rule (L271p Venlo),
tuisen:
toese (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
tusə (L271p Venlo)
|
Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] || Ruilen (door kinderen). || Ruilen.
III-3-2
|
33435 |
ruimte waar men stro hakselt en bewaart |
hakselzolder:
hɛksǝlzø̜ldǝr (L271p Venlo)
|
Het stro dat als veevoer wordt gebruikt, wordt gehakseld (in stukken gesneden) en bewaard in een speciaal daartoe ingerichte "hakselbewaarplaats", of ergens waar toevallig plaats is (meestal in de schuur). Zie ook aflevering I.4, paragraaf 6.4 (blz. 149) over het snijden van het stro. Een aantal benamingen betreft niet de ruimte in de zin van een vertrek, maar een kist, bak of ton waarin het stro gehakseld dan wel het haksel bewaard wordt. De bewerkingen, hakselen, snijden en bewaren, worden in het lemma weerspiegeld. Opgaven als "in de schuur" of "in het kafhuis" zijn hier niet gehonoreerd. [N 5A, 72a en 72b; div.; monogr.]
I-6
|
25115 |
ruisen (van de wind) |
ruisen:
ruuse (L271p Venlo),
toezen:
tūūsə (L271p Venlo)
|
het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24847 |
ruisen van bladeren |
ritselen:
WLD
ritsele (L271p Venlo),
ruisen:
ruuse (L271p Venlo),
ruizelen:
WLD
rūūzələ (L271p Venlo)
|
Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roeten oas (L271p Venlo),
roète (L271p Venlo),
roête (L271p Venlo),
rōete (L271p Venlo),
ruiten (L271p Venlo),
Sub roèt: 2. ik kaart roète Ik kaart ruiten.
roète (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] || Ruiten. || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)]
III-3-2
|