20549 |
snoepgoed |
lekker:
lekker (L271p Venlo),
lekkers:
lèkkərs (L271p Venlo),
slok:
sloek (L271p Venlo),
snoep:
snoep (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
snŏĕp (L271p Venlo),
snoeperij:
snŏĕpərīē (L271p Venlo),
snoepgerei:
snoepgrei (L271p Venlo),
snōēpgərei (L271p Venlo),
snoepgoed:
snoepgood (L271p Venlo),
zoetigheid:
zeutigheid (L271p Venlo),
zeutigheit (L271p Venlo),
zeuttigheid (L271p Venlo)
|
snoepgoed || snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21071 |
snoepgroente |
soepengroen:
soepegreun (L271p Venlo)
|
snoepgroente
III-2-3
|
20550 |
snoepje |
babbelaar:
babbəlaer (L271p Venlo),
babbəlééər (L271p Venlo),
bàbbəlàer (L271p Venlo),
Verklw. babbelaerke
babbelaer (L271p Venlo),
babbeltje:
bàbbeltje (L271p Venlo),
broodbabbelaar:
Verklw. babbelaerke
broeëdbabbelaer (L271p Venlo),
klevis:
Verklw. kleviske
klevis (L271p Venlo),
slokker:
sloeker (L271p Venlo),
snoepje:
snoepje (L271p Venlo),
snuupke (L271p Venlo),
snuupkə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
snŭŭpke (L271p Venlo),
snŭŭpkə (L271p Venlo),
zuurtje:
zuurtje (L271p Venlo)
|
babbelaar (snoepje) || snoepje || snoepje van bruine suiker en brood || snoepje; Hoe noemt U: Een stukje snoepgoed (babbeltje, snoepje) [N 80 (1980)] || toffee
III-2-3
|
33996 |
snoer |
smik:
smek (L271p Venlo)
|
Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.]
I-10
|
17753 |
snor |
knevel:
knevel (L271p Venlo),
snor:
snor (L271p Venlo)
|
snorbaard [SGV (1914)]
III-1-1
|
25048 |
snorren |
snorren:
snorre (L271p Venlo),
snórrə (L271p Venlo)
|
een ruisend-brommend geluid maken, gezegd van bijv. een kacheltje [snorren, snorzen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22472 |
snorrepijp |
suis:
zūzə (L271p Venlo)
|
Het zelfgemaakte speelgoed bestaande uit een stukje karton of een dun plankje dat de kinderen snel ronddraaien en dat een snorrend geluid kan maken [snorrebot, hor, snorrepijp]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34510 |
snot |
snot:
snot (L271p Venlo)
|
Coryza avium contagiosa of snot is een verkoudheid, gepaard gaande met neusvloeiing. De kippen hebben zwarte natte neuzen, ze niezen en de ademhaling kan bemoeilijkt zijn. De ogen zijn vochtig; de leg is teruggelopen en de eetlust is verminderd. Snot als alleenstaande ziekte is niet zo ernstig, meestal gaat snot gepaard met andere ademhalingsziekten. [N 19, 64; monogr.]
I-12
|
18026 |
snotneus |
snotaap:
snotaap (L271p Venlo),
snotblaag:
(figuurlijk).
snôtblaag (L271p Venlo),
snotkip:
snotkiep (L271p Venlo),
snotkuiken:
snótkùùke (L271p Venlo),
snotlepel:
snótlaepel (L271p Venlo),
snotneus:
snaotneus (L271p Venlo),
snotneus (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
snòtneus (L271p Venlo),
snótneus (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
snôtneus (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
(figuurlijk).
snotneujs (L271p Venlo),
snotsneus:
snotsneus (L271p Venlo),
snotter:
snotter (L271p Venlo),
snótter (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
snóttər (L271p Venlo),
snôtter (L271p Venlo),
snotterbel:
snotterbel (L271p Venlo),
snòtterbel (L271p Venlo),
snótterbel (L271p Venlo),
snótterbél (L271p Venlo),
(letterlijk).
snotterbel (L271p Venlo),
snôtterbel (L271p Venlo),
snotterkuit:
snótterkoeët (L271p Venlo),
snotterneus:
snotterneus (L271p Venlo)
|
een kind dat zich met zaken bemoeit en daarover een mening geeft, waarvoor het nog te jong is [snotneus, snotter, aap, koetneus, plathoek] [N 85 (1981)] || neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotaap || snotneus || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)]
III-1-2, III-1-4
|
18025 |
snottebel |
snotter:
snótter (L271p Venlo),
snotterbel:
snotterbel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
snótterbel (L271p Venlo),
snôtterbel (L271p Venlo)
|
neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)]
III-1-2
|