17819 |
staan |
staan:
staon (L271p Venlo),
stoan (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)]
III-1-2
|
31993 |
staande maat |
staande maat:
stǭndǝ mǭt (L271p Venlo)
|
De uitdrukking staande maat heeft twee betekenissen. Allereerst kan het de benaming zijn voor een lat, stok of plank die men gebruikt om een bepaalde maat op te nemen en die men vervolgens blijft gebruiken voor het aftekenen van alle werkstukken die dezelfde afmetingen moeten hebben. Daarnaast wordt de uitdrukking ook gebruikt, wanneer men een voorwerp wil opmeten zonder dat men een meetlat of duimstok heeft of wanneer men een binnenwerkse maat moet opnemen die met een duimstok moeilijk is op te meten. De timmerman neemt dan twee latten, plaatst ze tegen of in het op te meten voorwerp en tekent erop af hoever ze over elkaar komen. De opgave van de respondent uit Leopoldsburg (K 317) heeft betrekking op beide betekenissen, die van de zegsman uit Tessenderlo (K 353) alleen op de eerste. [N 53, 201]
II-12
|
30143 |
staande rollaag |
stroomlaag:
strǫwmlāx (L271p Venlo)
|
Muurafdekking in de vorm van een laag op hun kop staande metselstenen. Woordtypen als 'steensrol' (Q 95), 'steense rollaag' (L 211, L 289, L 290, L 291, L 320a, Q 99*, Q 113) en 'steensrollaag' (Q 39, Q 111, Q 121) verwijzen naar de hoogte van de rollaag. [N 31, 23c; monogr.]
II-9
|
26166 |
staander |
opstaander:
ǫpstø̜̄ndǝr (L271p Venlo),
staander:
stø̜ndǝr (L271p Venlo),
stǭndǝr (L271p Venlo)
|
De lange, verticaal in of op de grond geplaatste steigerpaal van rondhout of metaal. Zie ook afb. 17. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2a; monogr.] || Het rechtopstaande deel van een omvallende kraag. [N 59, 123a]
II-7, II-9
|
20125 |
staart |
staart:
stert (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
stért (L271p Venlo),
stɛrt (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-9, III-4-2
|
34087 |
staartkwast |
pluim:
plym (L271p Venlo)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
24250 |
staartmees |
staartmees:
stertmiës (L271p Venlo),
staartmeesje:
stèrtmîêske (L271p Venlo)
|
staartmees || staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23690 |
stabat mater |
stabat mater (lat.):
stabat mater (L271p Venlo)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21272 |
stad |
stad:
stad (L271p Venlo),
stat (L271p Venlo)
|
stad [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
omroeper:
umrooper (L271p Venlo),
umroopər (L271p Venlo)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|