19522 |
stenen pot, keulse pot |
aarden pot:
aerde pot (L271p Venlo),
keulse pot:
kölse pot (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
uiles:
Verklw. uleske
oeles (L271p Venlo),
uilespot:
oelespot (L271p Venlo)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || stenen pot
III-2-1
|
20417 |
sterfbed |
doodsbed:
doëdsbed (L271p Venlo)
|
sterfbed
III-2-2
|
29255 |
sterkpap |
sterksel:
stɛrksǝl (L271p Venlo)
|
Pap gekookt van boekweitmeel, aardappelmeel of tarwebloem en stijfsel, waarmee het kettinggaren wordt bestreken. [N 39, 91b; N 39, 93a]
II-7
|
20323 |
sterven |
creperen:
krepérə (L271p Venlo),
WLD
krəpeerə (L271p Venlo),
doodgaan:
doeëdgaon (L271p Venlo),
doëd gaan (L271p Venlo),
doëd gaon (L271p Venlo),
doëdgaon (L271p Venlo),
dōēdgaon (L271p Venlo),
hemelen:
hiemele (L271p Venlo),
hiemelen (L271p Venlo),
kapotgaan:
kapotgaon (L271p Venlo),
kepot gaon (L271p Venlo),
kepotgaon (L271p Venlo),
kǝpot˲gǭn (L271p Venlo),
WLD
kepotgaon (L271p Venlo),
kəpot gaon (L271p Venlo),
peigeren:
peigerə (L271p Venlo),
sterven:
sterve (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
stɛrvə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] || Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || overlijden || sterven [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] || sterven van een mens [N 38 (1971)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)]
I-11, III-2-2, III-4-2
|
24822 |
sterven van een plant |
kapot gaan:
kepot (L271p Venlo),
kepot gaon (L271p Venlo)
|
sterven van een plant [N 38 (1971)]
III-4-3
|
29981 |
steunklos |
steunklos:
stø̄nklǫs (L271p Venlo)
|
Houten klos die op de staander wordt gespijkerd. Op de klos rust de optopper, waarmee de steiger wordt verlengd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5c; monogr.]
II-9
|
34622 |
steunpaal voor opgeslagen hoogkar |
stijp:
stip (L271p Venlo)
|
Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82]
I-13
|
21116 |
stevig, gezegd van voedsel |
sterk:
sterk (L271p Venlo),
straf:
stràf (L271p Venlo)
|
stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
20151 |
stiefdochter |
stiefdochter:
steefdochter (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
stiefdochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20341 |
stiefkinderen |
stiefkinder:
steefkinder (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
stiefkinderen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|