19950 |
stoken |
stoken:
staoke (L271p Venlo)
|
stoken
III-2-1
|
31352 |
stokpasser |
stokpasser:
stǫkpasǝr (L271p Venlo)
|
Passer, bestaande uit een lange metalen staaf, waarop twee verschuifbare stalen blokjes zijn gemonteerd, die aan de onderzijde voorzien zijn van een kraspunt. De stokpasser wordt vooral gebruikt om cirkels en segmenten met een grote straal af te schrijven. Zie ook afb. 110 en het lemma ɛstokpasserɛ in Wld II.11, pag. 61.' [N 53, 193c]
II-12
|
20033 |
stokroos |
stokroos:
idem
stokroos (L271p Venlo)
|
stokroos (althea rosea L.) [DC 60a (1985)]
III-2-1
|
20519 |
stokvis |
sprot:
spròt (L271p Venlo),
stokvis:
stokvis (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
stòkvis (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
stókvis (L271p Venlo)
|
bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18683 |
stola |
sjaal:
sjaal (L271p Venlo),
stola (lat.):
stola (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
24995 |
stollen |
stollen:
stolle (L271p Venlo)
|
stollen [SGV (1914)]
III-4-4
|
19559 |
stolp |
kaasstolp:
kiesstulp (L271p Venlo),
kiësstölp (L271p Venlo),
stolp:
stölp (L271p Venlo)
|
kaasstolp [N 20 (zj)] || stolp [SGV (1914)]
III-2-1
|
23446 |
stolp over een heiligenbeeld |
stolp:
støͅlp (L271p Venlo)
|
Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28984 |
stolpen |
stolpen:
stolpǝ (L271p Venlo)
|
Het machinaal of met de hand aanstikken van belegsels, waarbij gekeerd wordt. [N 59, 60]
II-7
|
28462 |
stomp staan |
stomp staan:
stomp stǭn (L271p Venlo)
|
Stomp afwerken van de onderzijde van de raat of raten door de bijen. Deze afstomping wijst erop, dat het bouwen voor het seizoen geëindigd is. Het is een zeker teken van zwermplannen van het volk. [N 63, 16d; N 63, 16c]
II-6
|