25228 |
tocht, zuiging van lucht |
het tocht:
ut tôch (L271p Venlo),
het trekt:
ut trek heej (L271p Venlo),
tocht:
d⁄n tôch (L271p Venlo),
to͂ch (L271p Venlo),
tóch (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
tôch (L271p Venlo),
trek:
trek (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
trèk (L271p Venlo),
zug (du.):
zuch (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
tocht || tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24255 |
tochtig |
boch:
ook "hoeveelheid jongen, nest
bôch (L271p Venlo),
parig:
parig (L271p Venlo),
rinds:
reŋs (L271p Venlo),
rits:
rets (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
tochtig:
tøxtex (L271p Venlo),
tø̜xtex (L271p Venlo),
warm:
wèrm (L271p Venlo)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] || tochtig, verlangend naar de paring, gezegd van vogels (parig) [N 83 (1981)]
I-11, I-12, III-4-1
|
21565 |
toegangsprijs |
entree (<fr.):
antree (L271p Venlo),
éntree (L271p Venlo),
entreeprijs (<fr.):
entreepriês (L271p Venlo)
|
de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33697 |
toegangsweg naar het erf |
invaart:
envārt (L271p Venlo)
|
Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.]
I-8
|
33592 |
toekruid, algemeen |
kruid:
kruuie (L271p Venlo),
WLD
kruje (L271p Venlo),
krūūjə (L271p Venlo),
toekruid:
WLD
tŏĕkrōēt (L271p Venlo)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
I-7
|
22547 |
toepen (kaartspel) |
toepen:
toepe (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
tupə (L271p Venlo)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21438 |
toeslag |
kavelgeld:
káádəlgált (L271p Venlo),
opcenten:
opsentə (L271p Venlo),
opgeld:
opgeld (L271p Venlo),
tafelgeld:
taofelgeld (L271p Venlo)
|
het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19261 |
toestemming |
toestemming:
toestumming (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
tŏĕstumming (L271p Venlo),
vergunning:
vergunning (L271p Venlo),
verlof:
verlof (L271p Venlo)
|
goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32053 |
togen |
togen:
tōgǝ (L271p Venlo)
|
Een pen-en-gatverbinding bij elkaar trekken, om die daarna met behulp van houten nagels vast te zetten. Bij het togen worden eerst ten opzichte van elkaar iets verschoven gaten geboord in de pen en de ligger. Vervolgens wordt een ijzeren toognagel in het gat gedreven met als doel het gat groter te maken en de twee te verbinden delen naar elkaar toe te drijven. Tot slot wordt de ijzeren toognagel vervangen door een houten nagel. [N 54, 64a]
II-12
|
19663 |
toilet |
boutkeet:
zeer gemeenzame taal
boͅu̯tkīt (L271p Venlo),
doos:
doeës (L271p Venlo),
drukdoos:
drökdoës (L271p Venlo),
emmer:
eimer (L271p Venlo),
huisje:
huuske (L271p Venlo),
hyskə (L271p Venlo),
kakdoos:
kakdoeës (L271p Venlo),
kiebelton:
giebeltón (L271p Venlo),
plee:
plē (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
poepdoos:
Verklw. poepduuëske
poepdoeës (L271p Venlo),
schijthuis:
Verklw. schièthuuske
schièthoès (L271p Venlo)
|
toilet || toilet, w.c. || w.c. || wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|