17932 |
verdacht rondlopen |
ronddelven:
rônddalve (L271p Venlo),
rondspensen:
Niet altijd kwaad.
rondspiense (L271p Venlo),
schuimen:
schuume (L271p Venlo),
sluipen:
slūūpə (L271p Venlo)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21798 |
verdachte zaak |
geen zuivere koffie:
des genne zuuvere koffie (L271p Venlo),
niet kloppen:
dao klop iets neet (L271p Venlo),
niet pluis:
nēēt plūūs (L271p Venlo),
stank aan de knikker:
stànk áán də knikkər (L271p Venlo),
stront aan de knikker:
strônt aan de knikker (L271p Venlo)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
verdenken:
eemus verdinke van (L271p Venlo)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21797 |
verdenking |
verdenking:
verdinking (L271p Venlo),
vərdinking (L271p Venlo)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
verdene (L271p Venlo),
verdéne (L271p Venlo),
vərdeenə (L271p Venlo)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
stock (d.):
stoͅk (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
verdieping:
verdeeping (L271p Venlo)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] || verdieping van een gebouw
III-2-1
|
24634 |
verdord |
dood:
WLD
(doëd) (L271p Venlo),
dor:
WLD
daor (L271p Venlo),
dor (L271p Venlo),
kapot:
kepot (L271p Venlo),
verdord:
verdord (L271p Venlo)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25362 |
verdoven |
doodslaan:
dū.ǝtslǭ.n (L271p Venlo)
|
Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.]
II-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
bedroefd:
bedreuf zien (L271p Venlo),
leed:
leid (L271p Venlo),
pijn:
pīēn (L271p Venlo),
smart:
smert (L271p Venlo),
trubbel:
tröbbəl (L271p Venlo),
verdriet:
verdreet (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
vərdreet (L271p Venlo)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] || leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
verzijen:
vǝrzei̯ǝ (L271p Venlo)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|