19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergaetechtig (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vərgèètechtich (L271p Venlo)
|
vergeetachtig || zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
drasboks:
cf. Venlo Wb. s.v. "draos"= koffiedik
draosbôks (L271p Venlo),
slaapmuts:
slaopmuts (L271p Venlo),
sufferd:
suffert (L271p Venlo),
vergeetboks:
vergaetbóks (L271p Venlo),
zeef:
zeef (L271p Venlo)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] || vergeetal || zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19151 |
vergeten |
vergeten:
vergaete (L271p Venlo)
|
vergeten
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
doorslag:
doorslaag (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
d.i. een vergiet
doorslaag (L271p Venlo),
Verklw. doorslaegske
doorslaag (L271p Venlo)
|
vergiet || Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] || zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergaeve (L271p Venlo),
vərgèèvə (L271p Venlo),
vergiftigen:
vergiftige (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje (L271p Venlo)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
hīēl vərhaol (L271p Venlo),
verhaol (L271p Venlo)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] || verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21152 |
verharde weg |
klinkerweg:
klinkərwèèg (L271p Venlo),
straat:
straot (L271p Venlo)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwerme (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
opwèrmə (L271p Venlo),
opwérme (L271p Venlo),
òpwèrmə (L271p Venlo)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21726 |
verhoren |
verhoren:
verhure (L271p Venlo),
vərhūūrə (L271p Venlo)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|