21665 |
verzetten |
opschorten:
opschorte (L271p Venlo)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
30460 |
verzinken |
indrijven:
endrī.vǝ (L271p Venlo)
|
Een spijkerkop met behulp van een drevel tot beneden het oppervlak van het hout indrijven. [N 54, 139a]
II-9
|
21806 |
verzoek |
verzoek:
verzeuk (L271p Venlo),
vərzeuk (L271p Venlo),
vraag:
vraog (L271p Venlo)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18931 |
verzuimen |
nalaten:
naolaote (L271p Venlo),
verzuimen:
verzuume (L271p Venlo),
vərzūūmə (L271p Venlo)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
lof:
lof (L271p Venlo),
vesper (lat.):
də vɛspər (L271p Venlo),
vesper (L271p Venlo)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
kamizooltje (<fr.):
wordt weinig gebruikt
kamezaölke (L271p Venlo),
muur:
moorə (L271p Venlo),
vest:
ves (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
vest (L271p Venlo),
vesting:
vesting (L271p Venlo),
wambuis:
wames (L271p Venlo)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || het vest [N 59 (1973)] || vest || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
28727 |
vestenmaker |
vestenmaker:
vɛstǝmē̜kǝr (L271p Venlo)
|
Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a]
II-7
|
18533 |
vestzakje |
kamizooltje (<fr.):
[Uitsl.] Verklw.
kammezäölke (L271p Venlo),
vestjestas:
vesjestes (L271p Venlo),
vestjestasje:
vesjes teske (L271p Venlo),
vesjesteske (L271p Venlo),
vesjestèske (L271p Venlo),
vestjestèske (L271p Venlo)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)] || onderlijfje || vestzakje || vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34054 |
vet te mesten stierkalf |
mestvee:
mɛstvīǝ (L271p Venlo)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|
34070 |
vet te mesten vaars |
mestvee:
mɛstvīǝ (L271p Venlo)
|
[N 3A, 75c]
I-11
|