e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
watertor tor: tor (Venlo) watertor: Hoe noemt u de grote zwarte tor die ónder het wateroppervlak leeft? [N100 (1997)] III-4-2
waterzucht water: ut water (Venlo), waterzucht: waterzuch (Venlo), zucht: zuch (Venlo) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wbd: verkopen voor verkopen: verkaupe (Venlo) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken inmaken: inmake (Venlo, ... ), inmakə (Venlo), inmàkə (Venlo), inmààke (Venlo), in potten  inmake (Venlo), wecken: wekkə (Venlo), wèkkə (Venlo), wékke (Venlo), in flessen  wekke (Venlo) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
wedstrijdduif reisduif: reisdoèf (Venlo) Postduif. III-3-2
weduwe widvrouw: widvrouw (Venlo, ... ), witvrouw (Venlo, ... ) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Venlo, ... ), witman (Venlo, ... ) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefkamer weefkamer: wē̜fkāmǝr (Venlo) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: (o bijna oo).  stof (Venlo) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weefspoel schietspoel: sxētspōl (Venlo) Pijpje met inslaggaren. De weefspoel is een houten schuitje waarin op een priem de pijpjes met inslaggaren worden vastgeklemd. [N 39, 105a; monogr.] II-7