23453 |
wijzerplaat van het torenuurwerk |
wijzerplaat:
wiezerplaat (L271p Venlo)
|
De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23454 |
wijzers van het torenuurwerk |
wijzers:
wiezers (L271p Venlo)
|
De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34146 |
wild |
wild:
welt (L271p Venlo)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17]
I-11
|
24461 |
wild konijn (enkelv.) |
konijn (lang/sleept.):
knien (L271p Venlo),
knien, eine (L271p Venlo),
knīēn (L271p Venlo),
konijntje:
konienke (L271p Venlo)
|
wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
24462 |
wild konijn (meerv.) |
konijn (kort/stoott.):
knien (L271p Venlo),
knien, de (L271p Venlo),
kniĕn (L271p Venlo),
konijntjes (kort/stoott.):
knienkes (L271p Venlo)
|
wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
30137 |
wild verband |
wild verband:
welt ˲vǝrbant (L271p Venlo)
|
Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26]
II-9
|
24277 |
wilde eend |
eend:
aend (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
aent (L271p Venlo),
voor alle 118-vragen
aende (L271p Venlo)
|
eend || eend, wilde — || eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24278 |
wilde gans |
gans:
gaas (L271p Venlo),
thans
gans (L271p Venlo),
veroud.
gaas (L271p Venlo),
voor alle soorten ganzen
gante (L271p Venlo),
wilde gans:
ein wilde gaas (L271p Venlo)
|
gans || gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)]
III-4-1
|
17576 |
wilde hoofdharen |
vleughaar:
vluughaor (L271p Venlo),
vluughoar (L271p Venlo),
wild haar:
wilde haor (L271p Venlo)
|
hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34026 |
wilde koe |
wilde koe:
weldǝ [koe] (L271p Venlo)
|
Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.]
I-11
|