24472 |
boom (alg.) |
boom:
baum (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
baumn (L271p Venlo),
boum (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
boͅu̯m (L271p Venlo),
buim (mv.):
buim (L271p Venlo),
buim mv (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bäum mv (L271p Venlo)
|
boom [RND], [SGV (1914)] || boomen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33511 |
boomgaard |
bongerd:
boŋərt (L271p Venlo)
|
I-7
|
24126 |
boomklever |
boomklever:
baumklaever (L271p Venlo),
boomklèèver (L271p Venlo)
|
boomklever || boomklever (14 slechts op enkele plaatsen in Brabant; blauwgrijs boven, rossig onder; stevig, vrij lang snaveltje; klimt stammen op en neer; metselt aan nestgat; roep [watsj] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24845 |
boomkruin |
kruin:
kroeën (L271p Venlo),
WLD
krōēn (L271p Venlo),
kruintje:
ve den
kruunke (L271p Venlo)
|
boomkroon || De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24127 |
boomkruiper |
boomkruiper:
baumkroëper (L271p Venlo)
|
boomkruiper (12,5 net een muis die tegen boomstammen opkruipt; dun krom bekje; nest in spleten en gaatjes; roep kort hoog [tiet, tiet, tiet]; zang kort tiereliertje [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24128 |
boomleeuwerik |
boomleeuwerik:
baumlieuwerik (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
boumlîêwerik (L271p Venlo)
|
boomleeuwerik || Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik: boomleeuwerik (15 alleen in droog terrein (bijv. hei niet veel op trek; zang is heel helder, klokjesachtig [lululululu] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24129 |
boompieper |
boompieper:
baumpieper (L271p Venlo),
boompiepertje:
boompieper(ke) (L271p Venlo)
|
boompieper || boompieper (15 net een verkleinde uitgave van zanglijster [019]; alleen op droog, open terrein met bomen; zang kanarieachtig in een korte stijg- en daalvlucht; niet zeldzaam [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22843 |
boompje wisselen |
boompje verwisselen:
buimke verwissele (L271p Venlo),
Buimke verwissele, verlossepot, land staeke; een echt spelletje niet, maar een koprol maken is köpke kuukkele; een aanloop nemen en dan over een stuk ijs glijden: sliddere.
buimke verwissele (L271p Venlo)
|
Kinderspel. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
24511 |
boomstronk |
boks:
bòks (L271p Venlo)
|
boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
24130 |
boomvalk |
boomvalk:
baumvalk (L271p Venlo)
|
valk: boomvalk (38 zomervogel met zeer lange spitse vleugels, zwarte pet en knevels, rossige broek; jaagt snel hoog in de licht; is niet algemeen; broedt in alleenstaande bomen [N 09 (1961)]
III-4-1
|