e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boom (alg.) boom: baum (Venlo, ... ), baumn (Venlo), boum (Venlo, ... ), boͅu̯m (Venlo), buim (mv.): buim (Venlo), buim mv (Venlo, ... ), bäum mv (Venlo) boom [RND], [SGV (1914)] || boomen (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
boomgaard bongerd: boŋərt (Venlo) I-7
boomklever boomklever: baumklaever (Venlo), boomklèèver (Venlo) boomklever || boomklever (14 slechts op enkele plaatsen in Brabant; blauwgrijs boven, rossig onder; stevig, vrij lang snaveltje; klimt stammen op en neer; metselt aan nestgat; roep [watsj] [N 09 (1961)] III-4-1
boomkruin kruin: kroeën (Venlo), WLD  krōēn (Venlo), kruintje: ve den  kruunke (Venlo) boomkroon || De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)] III-4-3
boomkruiper boomkruiper: baumkroëper (Venlo) boomkruiper (12,5 net een muis die tegen boomstammen opkruipt; dun krom bekje; nest in spleten en gaatjes; roep kort hoog [tiet, tiet, tiet]; zang kort tiereliertje [N 09 (1961)] III-4-1
boomleeuwerik boomleeuwerik: baumlieuwerik (Venlo, ... ), boumlîêwerik (Venlo) boomleeuwerik || Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik: boomleeuwerik (15 alleen in droog terrein (bijv. hei niet veel op trek; zang is heel helder, klokjesachtig [lululululu] [N 09 (1961)] III-4-1
boompieper boompieper: baumpieper (Venlo), boompiepertje: boompieper(ke) (Venlo) boompieper || boompieper (15 net een verkleinde uitgave van zanglijster [019]; alleen op droog, open terrein met bomen; zang kanarieachtig in een korte stijg- en daalvlucht; niet zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
boompje wisselen boompje verwisselen: buimke verwissele (Venlo), Buimke verwissele, verlossepot, land staeke; een echt spelletje niet, maar een koprol maken is köpke kuukkele; een aanloop nemen en dan over een stuk ijs glijden: sliddere.  buimke verwissele (Venlo) Kinderspel. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] III-3-2
boomstronk boks: bòks (Venlo) boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)] III-4-3
boomvalk boomvalk: baumvalk (Venlo) valk: boomvalk (38 zomervogel met zeer lange spitse vleugels, zwarte pet en knevels, rossige broek; jaagt snel hoog in de licht; is niet algemeen; broedt in alleenstaande bomen [N 09 (1961)] III-4-1