e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstsuçon borstsuçon: bōrstsøzon (Venlo) Volgens de informant van L 271 loopt deze suçon vanaf de zijzak naar de helft van de middenborst. [N 59, 94c; N 59, 94b] II-7
borsttuig borstgetuig: bǫrs˲gǝtȳx (Venlo), borsttuig: borsttȳx (Venlo) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Venlo), pleuris: pleuris (Venlo, ... ) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstwering borstwering: bǫrswēreŋ (Venlo), steigerleuning: stęjgǝrlø̄neŋ (Venlo) Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.] II-9
borstzak(je) borsttas: borstes (Venlo), borsttasje: bors-tèske (Venlo), borstzak: borszak (Venlo), pochetzak (<fr.): pochet-zak (Venlo) de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)] || pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos bos: bos (Venlo) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bos groente bos: WLD  boes (Venlo), bōēs (Venlo), bussel: buuske (Venlo), WLD  bussəl (Venlo) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
bosbessenvlaai bramelenvlaai: Syst. WBD  braomele-flaaj (Venlo), molberenvlaai: Syst. WBD  molberevlaai (Venlo, ... ), molmerenvlaai: Syst. WBD  molmereflaaj (Venlo) Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Venlo), manetopje: mānǝtȳpkǝ (Venlo) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bosje haren aan de bovenlip snor: snor (Venlo) Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24] I-9