28959 |
borstsuçon |
borstsuçon:
bōrstsøzon (L271p Venlo)
|
Volgens de informant van L 271 loopt deze suçon vanaf de zijzak naar de helft van de middenborst. [N 59, 94c; N 59, 94b]
II-7
|
33968 |
borsttuig |
borstgetuig:
bǫrs˲gǝtȳx (L271p Venlo),
borsttuig:
borsttȳx (L271p Venlo)
|
Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51]
I-10
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fleuris (L271p Venlo),
pleuris:
pleuris (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
29975 |
borstwering |
borstwering:
bǫrswēreŋ (L271p Venlo),
steigerleuning:
stęjgǝrlø̄neŋ (L271p Venlo)
|
Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.]
II-9
|
18528 |
borstzak(je) |
borsttas:
borstes (L271p Venlo),
borsttasje:
bors-tèske (L271p Venlo),
borstzak:
borszak (L271p Venlo),
pochetzak (<fr.):
pochet-zak (L271p Venlo)
|
de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)] || pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33713 |
bos |
bos:
bos (L271p Venlo)
|
Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.]
I-8
|
33516 |
bos groente |
bos:
WLD
boes (L271p Venlo),
bōēs (L271p Venlo),
bussel:
buuske (L271p Venlo),
WLD
bussəl (L271p Venlo)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
I-7
|
20734 |
bosbessenvlaai |
bramelenvlaai:
Syst. WBD
braomele-flaaj (L271p Venlo),
molberenvlaai:
Syst. WBD
molberevlaai (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
molmerenvlaai:
Syst. WBD
molmereflaaj (L271p Venlo)
|
Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33773 |
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt |
bles:
blęs (L271p Venlo),
manetopje:
mānǝtȳpkǝ (L271p Venlo)
|
Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27]
I-9
|
33771 |
bosje haren aan de bovenlip |
snor:
snor (L271p Venlo)
|
Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24]
I-9
|