e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
daas (tabanidae) daas: daas (Venlo), dees: daes (Venlo, ... ), deis (Venlo, ... ), dēs (Venlo), dèz (Venlo), dêês (Venlo), WLD  daes (Venlo), déés (Venlo), scheeldees: buiten  scheldêês (Venlo) daas (paardenvlieg) [SGV (1914)] || Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] || horzel, daas || paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)] || paardenwesp [Roukens 03 (1937)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
dadel dadel: dadel (Venlo), WLD  dadel (Venlo), dáádəl (Venlo) De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
dagelijkse zonde kleine zonde: kleine zund (Venlo) Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
dageraad krieken: krĭĕkə (Venlo), vroege morgen: vruge morge (Venlo) het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)] III-4-4
dagmissaal dagmissaal: daagmissaal (Venlo, ... ) Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
dagvaarden oproepen: óproopə (Venlo) iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)] III-3-1
dagvaarding dagvaarding: daagvaarding (Venlo), dáágváárding (Venlo) de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)] III-3-1
dahlia (dahlia cav.) dahlia: -  dahlia (Venlo) dahlia [DC 60a (1985)] III-2-1
dak dak: dāk (Venlo  [(diminutief: dē̜kskǝ)]  ) Het gehele samenstel dat de bedekking vormt van een huis of gebouw. Het bestaat uit een kap die wordt afgedekt met pannen, leien, zink, ijzer, stro of riet en die rust op de muurplaat of balklaag. Men onderscheidt verschillende dakvormen. Zie ook de volgende lemmata. [S 6; L 1a-m; L 8, 66; L 12, 9; L A2, 500; N 32, 43a; monogr.; Vld.] II-9
dak van de mijt kap: kap (Venlo) Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Kap kan zowel op het gehele dak of, elders, alleen op de spits van het dak wijzen. In Q 158a wordt uitdrukkelijk aangegeven dat het dak kan uitlopen in een ronde spits ("appel") of in een spitse ("peer"), zie ook het lemma ''spits, kop van de mijt'' (5.1.24) en afbeelding 8. De opgaven die betrekking hebben op het materiaal waarmee gedekt wordt staan in het lemma ''strowalm'' (6.1.25). [N 15, 45b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4